Op reis
Van een korte oversteek van bos naar bos tot wereldreizen van Noord- naar Zuidpool. Wilde dieren zijn constant in beweging. Soms trekken ze alleen, soms in grote groepen. Deze terugkerende bewegingen zijn van levensbelang. Ze helpen de dieren aan voedsel, partners en plekken om nakomelingen groot te brengen. Samenstelling: Sabine Bos
Grote gnoe-migratie
Tijdens hun trek naar voedselrijke gebieden in Afrika leggen gnoes jaarlijks honderden kilometers af. Kalfjes kunnen soms al tien minuten na de geboorte mee met de kudde. Dat is belangrijk voor hun veiligheid.
Eekhoornbruggetje
Om wilde dieren in Nederland een veilige overtocht te bieden, zijn er speciale bruggen en tunnels. Vaak zijn ze ingericht voor specifieke soorten, zoals de eekhoornbrug. Op die in Den Haag werden vorig jaar ruim vierhonderd passerende eekhoorns geteld.
Tarzans aan touwen
Omdat hun leefgebied erg versnipperd is door wegen en palmolieplantages, gebruiken orang-oetans door mensen aangelegde touwbruggen. Dankzij deze verbindingen hebben de apen meer voedselrijke gebieden tot hun beschikking. En omdat ze met andere groepen in contact komen, wisselen ze DNA uit. Dat is belangrijk voor gezonde en sterke populaties.
Tussen zee en rivier
Atlantische zalmen leven in delen van de Atlantische oceaan, de Noordzee en Oostzee, plus de hierop uitmondende rivieren. Tijdens hun tocht van zee naar de bovenloop van de rivier – waar ze zich voortplanten – zwemmen ze tot wel honderd kilometer per dag. Tijdens die tocht komen ze veel obstakels tegen, zoals watervallen, sluizen, gemalen en stuwdammen. Zalmen waren begin 20e eeuw bijna uitgestorven in Nederland. Dankzij de verbeterde waterkwaliteit en doorgangspassages komen er weer kleine aantallen voor in de Maas, Rijn en het Haringvliet.
Op de golven van overstromingen
In de regenperiode trekken orinocodolfijnen (rivierdolfijnen in de Amazone) het overstroomde bos in om zich voort te planten en hun kleintjes op te voeden. Door zijn wendbare nek kan deze dolfijnsoort zelfs tussen takken en stammen door zwemmen. Dankzij onderzoek weten we dat orinocodolfijnen soms wel een afstand van 330 kilometer zwemmen. Het liefst gaan ze naar beschutte plekken, want daar zit de meeste vis. Hun zwemroute moet vrij blijven van obstakels als dammen, visnetten en scheepvaartverkeer, anders komt hun eet- en paargedrag in gevaar.
Van Noordpool naar Zuidpool
De noordse stern is echt een wereldreiziger. Deze vogel legt om te broeden 18.000 kilometer af, van de zeeën rond de Noordpool naar die bij de Zuidpool. En in hetzelfde jaar vliegt hij de tocht in omgekeerde richting. Zo legt hij afstanden af van tussen de 30.000 en 40.000 kilometer per jaar!
Non-stop vliegrecord
Rosse grutto’s die in de Waddenzee overwinteren, broeden in het noorden van Scandinavië en blijven relatief dichtbij. De groep die in West-Afrika overwintert, trekt helemaal naar Siberië. Eén rosse grutto verbrak met 11.680 kilometer het non-stop vliegrecord van vogels door van Alaska naar Nieuw-Zeeland te vliegen in ruim acht dagen.
Duurzaam op vakantie
Ga je zelf op reis? Check deze 12 tips voor een duurzame vakantie