WWF en de walvisjacht
De bescherming van walvissen staat al jarenlang hoog op de agenda van WWF. IJsland, Noorwegen en Japan jagen nog steeds op walvissen. WWF wil dat het verbod op de commerciële walvisjacht gehandhaafd blijft. Hiertoe geeft WWF advies bij de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC). WWF werkt in de eigen projectgebieden aan het verminderen van bijvangst, het veiligstellen van migratieroutes van walvissen, en het instellen van beschermde gebieden bij belangrijke paai- en voedselgronden.
Nederland heeft een grote historie in de walvisjacht, met name in de noordelijke wateren. Het traan van de walvissen werd gebruikt voor brandstof en zeep. Door de grote concurrentie en de invoering van petroleum liep de walvisvaart na 1850 terug. Na een korte opbloei na de Tweede Wereldoorlog is Nederland in 1966 definitief gestopt met de walvisjacht.
Walvissen worden op Spitsbergen verwerkt (Schilderij Cornelis de Man, 1639)
Andere landen gingen echter door, met vangsten van tot 80.000 walvissen per jaar, waardoor de bestanden snel achteruit gingen. De alarmbel werd geslagen en mede onder de druk van de maatschappelijke organisaties veranderde de publieke opinie en werd de industriële walvisjacht in 1979 verboden.
De Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) is in 1949 opgericht om de jacht te reguleren. Echter, toen de walvispopulaties achteruit bleven gaan, veranderde de focus van de IWC naar beheer van walvissen. Er werden beschermde gebieden op zee uitgeroepen en de walvisvangst werd op ‘pauze’ gezet – het zogenaamde moratorium. IJsland stapte uit de IWC, Noorwegen stemde tegen, en Japan ging door met op walvissen jagen voor zogenaamde wetenschappelijke doeleinden. Deze drie landen, samen met een aantal kustvolken die traditioneel van walvisvangst leven zoals de Inuït op Groenland, hebben dus een uitzonderingspositie.
Bij elke bijeenkomst van de IWC probeert met name Japan het moratorium op te laten heffen. Ze vinden dat de walvisjacht, met de door bescherming toenemende aantallen, op een duurzame manier kan. Ze vinden steeds meer bondgenoten die hun plan steunen. De meeste andere partijen stemmen gelukkig nog steeds tegen. Er is nu al jarenlang een impasse. Na de laatste vergadering van de IWC in Brazilië in 2019 is Japan uit de IWC gestapt. Het land kan nu ongehinderd op walvissen jagen in haar eigen wateren. Het is echter niet meer mogelijk in de internationale wateren te jagen onder het voorwendsel van wetenschappelijk onderzoek.
De IWC richt zich tegenwoordig voornamelijk op de bescherming van walvissen. Belangrijke onderwerpen op de vergaderingen zijn het verminderen van bijvangst en verstrikking, onderwatergeluid, vervuiling, en aanvaringen op scheepvaartroutes. De aantallen walvissen worden zo goed mogelijk in kaart gebracht. Ook zijn in de loop der jaren een aantal beschermde gebieden ingesteld, o.a. de Ross zee bij Antarctica wat een belangrijk voedselgebied is voor walvissen. Echter ook hier jagen de Japanse vissers nog steeds op walvissen.
WWF zit bij de vergaderingen van de IWC en in de werkgroepen. Op deze manier proberen we walvissenbescherming hoog op de agenda te houden. In de eigen projectgebieden wereldwijd, werkt WWF vooral aan gebiedsbescherming, het tegengaan van bijvangst en het verduurzamen van de visserij, en het stimuleren van alternatieve inkomsten via o.a. duurzaam toerisme.
Standpunt WWF
- WWF als mondiale natuurbeschermingsorganisatie zet zich in voor de bescherming van walvissen, hun leefgebied, foerageergebieden en migratieroutes.
- WWF wil daarom dat het verbod op de commerciële walvisjacht gehandhaafd blijft, inclusief een verbod op de jacht op walvissen voor wetenschappelijke doeleinden.
- De enige jachtvorm die toegestaan is, is door traditionele bevolkingsgroepen waar de jacht van groot historisch en cultureel belang is.
- In haar projectgebieden probeert het WWF duurzaam toerisme in de vorm van whale watching te stimuleren.