1. Tijgers krijgen natte voeten

Door de opwarming van de aarde stijgt de zeespiegel en dat heeft gevolgen voor de tijgers die leven in de uitgestrekte Sundarbans-mangrovebossen in Bangladesh en India.

Waar het zeewater zich vroeger terugtrok uit de mangroves bij laagtij blijft het nu staan. Planten sterven af en de hoeveelheid vasteland wordt minder. Het leefgebied van de tijger wordt, ondanks dat tijgers kunnen zwemmen, steeds kleiner en de kans dat mensen en dieren elkaar vaker tegenkomen wordt groter. Dat kan tot mens-dierconflicten leiden. Ook wordt het voor tijgers steeds moeilijker om genoeg eten te vinden.

Een tijger tussen de mangrove-planten

2. Meer vrouwtjeszeeschildpadden door hoge temperaturen 

Temperatuurveranderingen van het zand op legstranden van zeeschildpadden hebben een enorme invloed op de diersoort. Bij gemiddeld hogere temperaturen verandert bij sommige zeeschildpadden de sekse in het ei. Is het warm, dan kruipen er meer vrouwtjes uit de eieren.

Als er door de opwarming van de aarde meer vrouwtjes dan mannetjes geboren worden, komt de voortplanting van zeeschildpadden in gevaar. WWF werkt samen met partnerorganisaties in de Cariben en de Koraaldriehoek om de balans tussen mannetjes- en vrouwtjeszeeschildpadden te bewaren. Dat doen we door een deel van de gelegde eieren in de schaduw te plaatsen zodat ze koeler blijven.

3. IJsberen zien de noordpool wegsmelten

Nergens zijn de gevolgen van klimaatverandering zo groot als op de noordpool. Door de opwarming van de aarde ziet de ijsbeer zijn leefgebied letterlijk onder zijn kont verdwijnen. De ijsbeer is afhankelijk van zee-ijs om te jagen en heeft sneeuw nodig om haar jongen te laten opgroeien.

WWF helpt de ijsbeer door ervoor te zorgen dat stukken noordpool een beschermde status krijgen. In beschermde gebieden kan strengere regelgeving gehandhaafd worden. Verstorende schepen moeten dan bijvoorbeeld om het gebied heen varen en het gebied kan niet gebruikt worden voor mijnbouw of olie- en gaswinning.

4. Voedsel van de orang-oetan groeit slechter 

Klimaatverandering zorgt voor extremere weersomstandigheden. Door langere periodes van regen in het leefgebied van de orang-oetan wordt de natuurlijke bestuiving van planten verstoord. Hoe langer de regen aanhoudt, hoe minder vruchten de bomen hebben.

Tegelijkertijd worden er grote gebieden van het regenwoud gekapt, dus vermindert het voedsel voor deze apensoort erg snel. Palmolieplantages zijn de grootste reden hiervoor. Door verdere boskap tegen te gaan en stukken bos te beschermen, herstellen én met elkaar te verbinden wil WWF voor grotere stukken regenwoud zorgen, zodat de orang-oetan een veiligere toekomst tegemoet gaat.

5. Koraal sterft door warme temperaturen

Door de opwarming van de aarde wordt het zeewater op sommige plekken warmer. Koraal is afhankelijk van algen om te overleven, maar door de warmere temperaturen verlaten algen soms het koraal. Het witte skelet van het koraal wordt dan zichtbaar, dit wordt ook wel 'verbleken' genoemd.

Als het te lang warm blijft, sterft het koraal en daarmee vaak ook de zeedieren die afhankelijk zijn van de koraalriffen voor hun voedsel of voortplanting.

6. Droge tijden voor voor de Afrikaanse olifant

Al miljoenen jaren zwerven olifanten over de savannes van Afrika. Ze reizen mee met de regens. Waar het regent is het gras groen en lang. De jaarlijkse regens blijven door klimaatverandering steeds vaker uit en zo zullen olifanten vaker geconfronteerd worden met onvruchtbare en droge gebieden. Er groeien dan geen planten en bomen meer en is er geen drinkwater. Ze zullen minder jongen kunnen voortbrengen.

WWF werkt aan het uitbreiden van het leefgebied van de Afrikaanse savanneolifant. Door losse stukken natuur te verbinden heeft de olifant meer kans om gebieden met voedsel te bereiken. Een ander voordeel is dat het dier niet door bewoond gebied hoeft en geen gevaar oplevert voor mensen (en andersom).