The sea is sick Explainer
Tekst: Lieske Pricker
Hoe de zee van Marmara een snottebel werd
Geen witte schuimkoppen door omslaande golven, maar dikke lagen klonterige slijm. De zee van Marmara snottert. Maar hoe wordt een zee ziek? WWF-er Ayse Oruc legt het uit.
Het gaat niet goed met de Zee van Marmara bij Turkije. Al zes maanden is de zee ziek. Op het water heeft zich een deken van slijm gevormd. Ayse Oruc is WWF’s Marine en Wildlife manager in Turkije en ziet de boel flink achteruitgaan. “Jaren van vervuiling en opwarming van zeewater zorgen voor een algenbroedplaats, waardoor zich een dikke laag ‘zeesnot’ vormt.” Nu sterft de zee langzaam.
Wat is zeesnot nou eigenlijk?
In steeds meer kustwateren komt fytoplankton voor. Wanneer deze slijmerige plankton-soort een geschikte omgeving in zee vindt, vermenigvuldigt deze zich in rap tempo. De afscheiding die de plankton achterlaat, zorgt voor grote problemen. Ayse is dagelijks met haar team aan het werk bij de Zee van Marmara en ziet de veranderingen. “Tijdens onze veldwaarnemingen registreren we steeds meer vissterfte. Zuurstof komt moeilijk door de snotterige laag en ziektekiemen verspreiden zich makkelijker. Niet alleen aan het oppervlak, maar ook op de bodem worden koraalriff en door een slijmerige laag bedekt en stikken daardoor.”
"Binnen drie tot vijf jaar kan de zee van Marmara weer hersteld zijn."
Ayse ziet dit fenomeen in meer zeeën verschijnen. “Zeesnot is in alle oceanen van de wereld aanwezig. We zien het slijm vooral verschijnen op plekken waar de oceaan opwarmt en vervuild is.” De kust bij Turkije is niet de enige plek waar zeesnot voorkomt, maar het is er wel het meest ernstig.
Hoe kon de situatie in de zee van Marmara zo ernstig worden?
Waar wetenschappers al jaren voor waarschuwden, is eindelijk zichtbaar geworden. De regio rond Marmara herbergt 50% van de Turkse industrie, waardoor veel afvalwater de zee instroomt. “De mens speelt een directe rol in de oorzaak van zeesnot. De gigantische industriële activiteit in de regio en rondslingerend afval, brengen enorme schade aan,” vertelt Ayse. Bovendien werkten zuiveringsinstallaties niet op volle capaciteit en heeft de Zee van Marmara een zwakke circulatie, waardoor de schade alsmaar groter werd. Door deze factoren neemt de temperatuur van het zeewater in Marmara toe. Sinds 2007 wordt hier al een tot twee maanden per jaar slijmvorming waargenomen. Dit jaar is het zeesnot na een halfjaar nog steeds niet verdwenen.
Fethiye, Turkije © Emma Duncan / WWF
Zien we in de toekomst weer een blauwe zee?
Zo lang er geen zuurstof door de laag slijm komt, zal de impact op het zeeleven steeds groter worden. Daarom heeft het Turkse Ministerie van Milieu een actieplan opgezet: De reiniging van het oppervlaktewater is inmiddels zo goed als voltooid. Toch blijft op meer dan tien meter diepte zeesnot liggen. Schoonmaakwerkzaamheden met zogenoemde zeebezems zijn in Marmara al in volle gang. Het verwijderen van zeesnot aan het oppervlak gaat gemakkelijker dan van de zeebodem. Daarom wordt er ook naar andere oplossingen gezocht. Ayse: “Op lange termijn reinigen we de zee door te voorkomen dat afvalstoff en überhaupt in de zee terechtkomen. Daarnaast zijn we natuurlijk ook bezig met andere beschermende maatregelen.”
Met de uitvoering van het actieplan moet de Zee van Marmara binnen drie tot vijf jaar hersteld zijn tot de blauwe plas die het was. Ayse ziet vooral oplossing in een preventieve werkwijze. “Gebieden met veel zeeleven in het Middellandse Zeegebied proberen we te herstellen door vissoorten aan te vullen. Bovenal bestrijden we eff ecten van klimaatverandering door verdere opwarming en extreme vervuiling van oceanen te voorkomen.”
Hoe kan jij als jongere bijdragen aan dit probleem?
Social media en bewustmakingscampagnes informeren een groot publiek. Onderwerpen delen die voor jou belangrijk zijn, geven je volgers de kans om hier ook meer over te leren. Kijk naar de actiecampagne van WWF-Turkije. Hierdoor werd een groot publiek geïnformeerd en uiteindelijk kwamen besluitvormers bij elkaar om de aanpak van zeesnot te bespreken. Volgens Ayse kunnen jongeren veel voor elkaar krijgen. “Jonge mensen kunnen besluitvormers beïnvloeden als natuurwaakhonden."