De vogeltrek
Toekomstkunde les 85Iedere winter mist er in Nederland een grote hoeveelheid van de vogels. Dat komt omdat zij er ook liever warmpjes bij zit in de koude maanden. Natuurlijk kunnen zij niet lekker voor een kachel gaan zitten, daarom leggen ze wel duizenden kilometers af om in een warm land te overwinteren. Deze vogels zijn dan ook trekvogels. In deze les leer je hoe de trekvogels zich gedragen en waar ze heen gaan om te overwinteren.
Groep 5 en 6
Je leert wat trekvogels zijn en waarom zij overwinteren.
Extra informatie bij deze les
Standvogel:
- Overwintert in Nederland
- Vliegt geen lange afstanden
- Een mus is een standvogel
- Kan tegen de kou
Trekvogel:
- Niet in Nederland tijdens de herfst en winter
- Vliegt lange afstanden
- Zoekt de zon op
- Verblijft met heel veel soortgenoten
- Een lepelaar is een trekvogel
De bron is hier te vinden. Kinderen kunnen ook zelf naar de pagina wwf.nl/bron gaan en op de juiste les klikken.
A. Voorbeelden van antwoorden kunnen zijn:
- Ik gebruik een kompas.
- Ik weet dat de zon opkomt in het oosten.
- Vogels kijken ook naar de zon.
- Vogels hebben een soort kompas in hun lichaam.
B. Voorbeelden van antwoorden kunnen zijn:
- Een snelweg
- Een rivier
- Een sloot
- Een bos
C. Voorbeelden van antwoorden kunnen zijn:
- Ik denk het wel, vogels kunnen niet meer naar het landschap kijken.
- Ik denk het niet, vogels kunnen de zon, sterren en hun eigen kompas nog steeds gebruiken.
Groep 7 en 8
Je leert wat trekvogels zijn en waarom zij overwinteren.
Extra informatie bij deze les
Standvogel:
- Overwintert in Nederland
- Vliegt geen lange afstanden
- Een mus is een standvogel
- Kan tegen de kou
Trekvogel:
- Niet in Nederland tijdens de herfst en winter
- Vliegt lange afstanden
- Zoekt de zon op
- Verblijft met heel veel soortgenoten
- Een lepelaar is een trekvogel
De bron is hier te vinden. Kinderen kunnen ook zelf naar de pagina wwf.nl/bron gaan en op de juiste les klikken.
B. Voorbeelden van antwoorden kunnen zijn:
- Een snelweg
- Een rivier
- Een sloot
- Een bos
B. Vogels gebruiken de sterren en het aardmagnetisch veld.
C. Voorbeelden van antwoorden kunnen zijn:
- Ik denk het wel, vogels kunnen niet meer naar het landschap kijken.
- Ik denk het niet, vogels kunnen de zon, sterren en het aardmagnetisch veld nog steeds gebruiken.