Bevolkingsgroei, consumptiepatronen en de impact op natuur
Bevolkingsgroei wordt vaak gezien als een grote bedreiging voor natuur en de natuurlijke hulpbronnen waar wij mensen van leven. Meer mensen consumeren immers meer. Waar het om draait is onze manier van consumeren en produceren. Die moet duurzamer: meer duurzame energie en vaker kiezen voor plantaardig voedsel. In het Westen overvragen we de aarde en bovendien is de verdeling niet eerlijk. Als iedereen zou leven als een Nederlander dan hebben we 3,5 aardbol nodig. Als iedereen zou leven zoals iemand in de Centraal-Afrikaanse Republiek dan zouden we de aarde niet zo overvragen. WWF brengt hierover elke twee jaar een rapport uit, het Living Planet Rapport.
De negatieve impact op de natuur wordt vooral veroorzaakt door het westerse consumptiepatroon en in toenemende mate door dat van opkomende economieën met een stijgende welvaart, en niet zozeer door de mondiale bevolkingsgroei.
Bevolkingsgroei moet gezien worden in een bredere context, waarbij leeftijdsopbouw (mensen worden ouder), verstedelijking (andere leefgewoontes) en migratie van belang zijn. Bovendien spelen het terugdringen van armoede en het toegang hebben tot goede gezondheidsvoorzieningen en educatie ook een grote rol. Enkel over bevolkingsaantallen praten is te simplistisch.
Overschrijden planetaire grenzen
We weten dat het slecht gaat met de aarde. Vier van de negen planetaire grenzen (grenzen aan wat de planeet aarde aan kan) zijn al overschreden (verlies biodiversiteit, verandering door landgebruik, klimaatverandering en stikstofcrisis). Hiervoor zijn 5 menselijke oorzaken aan te wijzen volgens IPBES:
- verandering in land- en zeegebruik;
- directe jacht en visserij;
- klimaatverandering;
- vervuiling en;
- introductie vreemde dier- en plantensoorten.
Soja en palmolie
Verandering van landgebruik komt vooral door de enorme vraag naar soja (als veevoer) en palmolie, ook vanuit Europa en Nederland. Dit heeft meer impact op de natuur dan de kleine boeren die lokale kleinschalige landbouw bedrijven. Van de Braziliaanse soja die op grote schaal wordt geproduceerd wordt 84% geëxporteerd. Brazilië is ook de grootste exporteur van rundvlees. De Braziliaanse bevolking leeft langer maar neemt niet veel toe. De grootschalige landbouwproductie is dan ook niet bedoeld voor de eigen voedselvoorziening maar voor de export. Er is hier geen direct verband tussen de groeiende productie van soja en vlees en de bevolking daar, maar juist met de over-consumerende bevolking in West-Europa en China.
Visserij
Hetzelfde geldt voor visserij: tussen 1961 en 2017 nam de wereldwijde consumptie per persoon toe van 9 naar 20 kg vis per jaar. Een derde van de vispopulaties is nu overbevist. Daarnaast gaat nog eens 35% van de mondiale visvangst verloren. Er kan dus nog veel gewonnen worden met duurzamere technieken. 38% van alle gevangen of gekweekte vis wordt internationaal verhandeld en opvallend genoeg is in Afrika de laagste consumptie van vis, daar waar juist de bevolking zo hard groeit. Het is vooral een overconsumptie in rijkere landen die de markt drijft. Ook hier is geen direct verband met de bevolkingsgroei.
Wildlife en hout
Soms zijn er wel directe plaatselijke verbanden. Zo worden bijvoorbeeld de wildlife-markten in Cambodja, Laos en Vietnam vooral gedreven door de vraag van de rijkere consumenten in de steden in de regio’s. En bijvoorbeeld in Afrika wordt 90% van het hout uit bossen gebruikt voor plaatselijke brandstof. De productie van houtskool voor de lokale markt is verdubbeld tussen 1998 en 2018. In Tanzania wordt een derde van de ontbossing veroorzaakt door houtskoolproductie voor de lokale markt. Hier vormt bevolkingsgroei dus wel een risico dat ervoor zorgt dat de vraag op de lokale markt toeneemt.
Klimaatverandering en vervuiling
Ook klimaatverandering en vervuiling hangen in hoge mate af van het consumptieniveau. Kijken we naar de uitstoot van CO2 in 2016 dan zien we dat een inwoner van Luxemburg 41,2 ton uitstoot en een inwoner van Ethiopië maar 0,1 ton. Het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties UNFPA berekende dat het wel een factor 1000 kan schelen afhankelijk van waar je bent geboren en hoe je leeft. Hetzelfde geldt voor afval. In 2015 was het gemiddelde gebruik van plastic 81,3 kg voor iemand in de VS, 62,2 kg in West-Europa en slechts 5,5 kg in Afrika.
Eerlijke verdeling
Er is een groot verschil in consumptie. De halve wereld leeft van 5,5 dollar per dag terwijl de rijkste 26 mensen net zoveel bezitten als 50% van de wereldbevolking. Tegelijkertijd neemt wereldwijd het aantal mensen in een hogere middenklasse toe en dat leidt tot meer druk op de natuurlijke hulpbronnen. Het is belangrijk goederen duurzamer te produceren en beter te verdelen. Een grote taak daarbij ligt bij dat deel van de bevolking dat vanuit het verleden over-consumeert. Nederland heeft bijvoorbeeld een ecologische voetafdruk van 5,7 globale hectares per inwoner, ongeveer 3,3 keer zoveel als het eerlijke, duurzame aandeel. (Ter vergelijking: VS 4,8 x het eerlijke aandeel en Kenia maar 0,6 x het eerlijke aandeel). Hoge inkomenslanden hebben een andere verantwoordelijkheid dan lage inkomenslanden die zich wel ontwikkelen, maar moeten proberen te voorkomen dat ze de niet-duurzame manier van consumeren overnemen. Zo is China nu door de groeiende vleesconsumptie verantwoordelijk voor twee derde van de mondiale soja-import en zijn India en China de grootste importeurs van palmolie in de wereld.
De rol van WWF
WWF gelooft in een wereld waarin mens en natuur in harmonie leven. WWF staat ook volledig achter de mensenrechten inclusief de fundamentele rechten op onder andere educatie, voortplanting en gendergelijkheid. WWF ziet zijn rol vooral in het stimuleren van duurzame productie en het tegengaan van overconsumptie. Het is daarbij goed om samen te werken met andere organisaties die gespecialiseerd zijn in sociale en ontwikkelingsdoelen.
Conclusie
Mensen in landen met een hoge bevolkingsgroei zijn vaak niet degenen met een grote ecologische voetafdruk. Het verduurzamen van onze productie en consumptie wereldwijd, gekoppeld aan een eerlijke verdeling, zijn de focus van WWF. Een eerlijker verdeling en het terugdringen van verspilling zien we als de kern. WWF is dan ook niet van mening dat armere landen en de bevolkingsgroei in die landen verantwoordelijk zijn voor de mondiale biodiversiteits-en klimaatcrises.