Natuur in de stad
Toekomstkunde les 87Dat veel natuur in de stad belangrijk is voor de mens is bewezen. Maar wist je ook dat de natuur zich heel goed aan kan passen aan het leven in de stad?
Zo zijn slakkenhuisjes lichter van kleur dan de slakken in het bos. Waarom dat zo is, en nog veel meer leuke weetjes over natuur in de stad, leren de kinderen met deze les.
Groep 5 en 6
Je leert de natuur in de stad zich aan kan passen
Extra informatie bij deze les
De kinderen schrijven zoveel mogelijk dieren op die leven in de stad.
Bijvoorbeeld: mussen, merels, mieren, pissebedden, ratten, katten, egels, vleermuizen, konijnen, vliegen, bijen, wespen.
De bron is hier te vinden. Kinderen kunnen ook zelf naar de pagina wwf.nl/bron gaan en op de juiste les klikken.
Bloemen in de stad hebben dezelfde zaden als bloemen in de natuur. niet waar
Stenen maken de stad lekker koel. niet waar
Vogels in de stad zijn eerder wakker dan vogels in het bos. waar
Dieren gebruiken het afval van mensen. waar
Dieren in de stad moeten schuw zijn. niet waar
Hoe groen is jullie schoolplein? De kinderen gaan naar buiten. Ze kijken rond en vinken aan wat ze op het schoolplein zien. Kijk eventueel het filmpje over groene schoolpleinen van tevoren. Vraag de kinderen wat ze allemaal gezien hebben. Hoe kunnen jullie het plein groener maken? Zouden de kinderen dat leuk vinden? Waarom?
De kinderen maken een poster voor de directeur. Met de poster proberen ze de directeur te overtuigen om het schoolplein groener te maken.
Groep 7 en 8
Je leert de natuur in de stad zich aan kan passen
Extra informatie bij deze les
De kinderen schrijven zoveel mogelijk dieren op die leven in de stad.
Bijvoorbeeld: mussen, merels, mieren, pissebedden, ratten, katten, egels, vleermuizen, konijnen, vliegen, bijen, wespen.
De bron is hier te vinden. Kinderen kunnen ook zelf naar de pagina wwf.nl/bron gaan en op de juiste les klikken.
Bloemen in de stad hebben dezelfde zaden als bloemen in de natuur. niet waar
Stenen maken de stad lekker koel. niet waar
Vogels in de stad zijn eerder wakker dan vogels in het bos. waar
Dieren gebruiken het afval van mensen. waar
Dieren in de stad moeten schuw zijn. niet waar
Hoe groen is jullie schoolplein? De kinderen gaan naar buiten. Ze kijken rond en gaan na hoe ze het schoolplein groener kunnen maken. Kijk eventueel het filmpje over groene schoolpleinen van tevoren. Vraag de kinderen wat ze allemaal gezien hebben. Hoe kunnen jullie het plein groener maken? Zouden de kinderen dat leuk vinden? Waarom?
Bijvoorbeeld:
Dit gaat al goed: composthoop, bloemen, stapelmuurtjes, bomen, struiken, zandbak, water, vogelhuisjes, moestuin, insectenhotel.
Dit kan beter: er zijn veel stenen, veel hekken, weinig planten, geen bomen, vogelhuisjes ophangen.
De kinderen maken een poster voor de directeur. Met de poster proberen ze de directeur te overtuigen om het schoolplein groener te maken.