Wetenschappers ontdekten dat de beren zich - in ieder geval tijdelijk - goed aanpassen aan hun veranderende leefomgeving. Dit is terug te zien in de conditie van de ijsberen: ze zijn dikker dan in de jaren 90 en hun aantallen bleven stabiel of namen toe. De subpopulatie in M’Clintock Channel groeide van 325 beren eind jaren 90 tot 716 beren nu. In de Golf van Boothia bleef de populatie stabiel op ongeveer 1.500 dieren.
Groei door bescherming
De groeiende subpopulatie van M’Clintock Channel is voor een groot deel te danken aan goede bescherming door overheden en lokale Inuit-gemeenschappen. Dankzij deze samenwerking kan de Inuit-gemeenschap duurzaam op ijsberen blijven jagen, geheel volgens hun rechten en tradities. Tegelijkertijd worden de gezondheid en de grootte van de populatie op de lange termijn gewaarborgd.
In het begin van dit millennium daalde het aantal ijsberen in de M’Clintock Channel-subpopulatie. Een combinatie van wetenschap en Inuit-kennis werd ingezet om het tij te keren. De Inuit zegde toe de jacht enkele jaren te verminderen, zodat de populatie kon groeien. Ook zette de gemeenschappen hun kennis en observaties in, om bij te dragen aan het toezicht op het herstel van de beren.
Nieuw vervangt oud
Het lichtere zee-ijs is volgens wetenschappers de oorzaak van de betere conditie van de ijsberen. De ijsberen in deze noordelijke subpopulaties zagen de afgelopen 30 jaar een complete transformatie van het zeegezicht. Oud zee-ijs wordt vervangen door nieuw ijs dat smelt en zich elk jaar opnieuw vormt en er is meer open oceaan. Deze 'opening' van de oceaan betekent een hogere productiviteit: meer algen, plankton, vissen en zeehonden - en betere jachtmogelijkheden voor ijsberen.
Tijdelijke opleving
Naast het vele slechte nieuws met betrekking tot klimaatverandering, zijn deze bevindingen voor ijsberen bemoedigend. Maar wetenschappers waarschuwen dat deze opleving tijdelijk is. In september 2020 bereikte het zee-ijs zijn op een na laagste niveau in de geschiedenis. Het ijzige uiterlijk van de Noordpool – waar we aan gewend zijn en als vanzelfsprekend beschouwen - zal de komende decennia blijven verdwijnen. Daarmee verdwijnen ook deze kleine overwinningen voor de ijsberen.
Hoewel minder zee-ijs in dit deel van het Noordpoolgebied geleid heeft tot meer voedsel voor de ijsberen, betekent dit namelijk ook dat ze hun permanente ijsplatforms om het hele jaar door op te jagen kwijt raken. Binnen enkele decennia kan vrijwel de hele Noordpool in de zomer al ijsvrij zijn. Dit zou gigantische gevolgen hebben voor het ecosysteem in dit gebied, inclusief de ijsberen. Tenzij we als wereldwijde gemeenschap de uitstoot van broeikasgassen drastisch verminderen, kunnen we aan het eind van deze eeuw bijna alle ijsberen verliezen.