Het goede nieuws
IJsberen zijn door wetenschappers – op basis van hun bewegingen en genetische informatie – ingedeeld in 19 subpopulaties. De populatie van de Chukchi Zee, tussen Alaska en Rusland, bleef stabiel tussen 2008 en 2016. Deze groep heeft dus waarschijnlijk geen grote verandering doorgemaakt in die acht jaar. Ook de populatie van de Barentszzee, bij Noorwegen en Rusland, bleek stabiel tussen 2004 en 2015. Beide subpopulaties doen het dus goed, ondanks het afnemende zee-ijs de afgelopen jaren.
Wetenschappers denken dat de Chukchi-groep stabiel bleef, doordat de beren in een erg voedselrijk gebied wonen. Er zijn veel zeehonden, maar ook walrussen en walviskarkassen die aanspoelen op de stranden. Voor de Barentsz-beren ligt het anders. Deze subpopulatie werd lange tijd intensief bejaagd, tot uiteindelijk een verbod werd afgekondigd. De groep zit waarschijnlijk nog steeds in de herstelfase. De verwachting is wel dat deze groep in de toekomst in grootte zal gaan afnemen, naarmate er meer zee-ijs verdwijnt.
Het slechte nieuws
Helaas is er ook minder goed nieuws: het aantal subpopulaties dat te maken had met een afname in aantallen, is gestegen van 1 naar 4. De Canadese populaties in de Southern Hudson Bay en de Western Hudson Bay namen bijvoorbeeld met respectievelijk 17 en 18% af tussen 2011 en 2016. De onderzoekers benadrukken wel het belang van continue monitoring en onderzoek, zodat we beter begrijpen hoe ijsberen omgaan met hun veranderende leefomgeving en een goed beeld krijgen van de verschillende subpopulaties.
In sommige regio’s lijken de ijsberen het, ondanks het verdwijnende zee-ijs, goed te doen, over andere groepen weten we simpelweg nog niet genoeg om hun situatie te kunnen bepalen. Dat de ijsberen met een enorme uitdaging kampen is duidelijk. De komende jaren blijven we monitoren hoe de beren met de verandering van hun leefgebied omgaan. Hopelijk kunnen de ijsberen ook in de toekomst het hoofd boven water houden.