Dubbele dijken: hoe meer dijken hoe beter? SPRAAKWATER
Verslag van het derde webinar van de WWF Spraakwater reeks.
Nederland staat voor grote opgaven. Klimaatverandering leidt de komende decennia tot zeespiegelstijging, hogere piekafvoeren op de grote rivieren en langere periodes van droogte. COVID-19 heeft grote gevolgen voor ons sociale leven en de economie. En onze bijzondere deltanatuur, die van internationale betekenis is, wordt nog altijd bedreigd. Op korte termijn zijn slimme bestuurlijke keuzes voor de toekomst nodig. In de webinar reeks WWF Spraakwater praten we hierover met experts.
Eén van deze keuzes gaat over waterveiligheid in ons delta en waddengebied bij een stijgende zeespiegel en een dalende bodem. We kunnen traditioneel onze dijken versterken en verhogen. Maar wie wil er dan nog wonen? Of we kunnen meer dijken aanleggen: dubbele dijken met daartussen een wisselpolder die meegroeit met de zee en kansen biedt voor recreatie, economie en deltanatuur. Hoe werken deze dubbele dijken? Hoe veilig zijn ze eigenlijk? En dragen ze echt bij aan een leefbaarder Nederland?
In onderstaande presentatie vertelt Bas Roels (programma manager delta en rivieren Wereld Natuur Fonds) over de dubbele dijken en de kansen die het voor Nederland kan bieden. Lees ook de verdiepende publicatie over dit onderwerp op Flows platform en het NIOZ rapport over dubbele dijken.
PRESENTATIE VAN BAS ROELS
In het gesprek met Marjolijn Haasnoot (Senior onderzoeker klimaat en water Deltares) en Jeroen Aerts (Afdelingshoofd klimaat en water risico VU IVM Amsterdam) hoort u dat er breed kansen gezien worden maar dat nader onderzoek en maatschappelijke dialoog over dit gevoelige thema noodzakelijk zijn. Van de ruim 125 deelnemers vind 93% dat ook. WWF en zo’n twintig andere partijen deden ook een oproep hiertoe aan het deltaprogramma.
IN GESPREK MET MARJOLIJN HAASNOOT en JEROEN AERTS
Vragen & antwoorden
Tijdens het webinar zijn meerdere vragen gesteld, die niet allemaal tijdens het webinar door de panelisten konden worden beantwoord. Hieronder vind je de verschillende onderwerpen terug en onze antwoorden daarop.
Er is niet overal voldoende slib in het water om voldoende snelle opslibbing te krijgen die met of sneller dan de zeespiegelstijging plus bodemdaling gaat. Dat is natuurlijk ook afhankelijk van het tempo van zeespiegelstijging. Tot zo’n 2 meter einde deze eeuw lijkt grofweg haalbaar in slib rijke systemen zoals Eems, oostelijke Waddenzee en Westerschelde. Op andere plekken minder, daar zullen we dan iets aanvullends moeten doen net als we aan onze zandige kust kunstmatig zand opbrengen. Dat kan met slibmotoren van baggerslib bijvoorbeeld. Of door te kijken hoe dubbele dijken ook van waarde kunnen zijn zonder dat ze tot boven gemiddeld hoogwater opslibben, want ook dan werkt het als waterkering bijvoorbeeld. Aanvullend speelt dat het vanuit natuurperspectief ongewenst is als de al bestaande platen negatief beïnvloed worden als er grootschalig dubbele dijken worden aangelegd. Dat moet nader onderzocht worden en voorkomen worden. Overigens is het zo dat om de huidige platen en gorzen/kwelders te behouden met zeespiegelstijging een sedimentstrategie sowieso onontbeerlijk lijkt.
Dubbele dijken dragen ook bij aan het oplossen van problemen in de landbouw die alleen maar erger worden zoals verzilting en verslechterende bodemstructuur. Het zou kunnen bijdragen aan nieuwe kansen voor de bedrijfsvoering. Maar dat moet de doelgroep ook zo ervaren. Hier zou een dialoog over gevoerd moeten worden. En er is natuurlijk ook veel te zeggen nog over grondeigendom, die kan ook ongewijzigd blijven, dat er pacht voor betaald wordt door waterbeheerder en gebruiker zoals kokkelteler. En er is natuurlijk ook gewoon grondmobiliteit die benut kan worden door de overheid, alle grond hoeft ook niet morgen beschikbaar te zijn. De boer als held werd in de chat gesuggereerd: farming for the future - door nu land op te geven de toekomst van de landbouw (en de bewoners) in het gebied veilig stellen.
Zeker kan dat al zal er weinig opslibbing plaatsvinden maar wel iets. Met het herstellen van getij op het Haringvliet kan dat wel significant verbeteren en relevant worden. Tot die tijd is waterberging bij stormopzet en gesloten kering een belangrijke functie die dubbele dijken kunnen vervullen in het Haringvliet. Met de gebiedsontwikkeling Leenheerenpolder in de Hoeksche Waard wordt in feite ook een dubbele dijk systeem aangelegd. Er wordt gekeken of hier ook metingen/experimenten gedaan kunnen worden. Er start ook een Living lab die gaat kijken neer nuttige toepassing van gebaggerd sediment, mits schoon, in de Rijnmond.
Ondanks wat veel gezegd wordt zijn er in Holwerd en langs Eems nog geen functioneren binnendijkse gebieden in verbinding met Waddenzee/Eems, die zijn nog in ontwikkeling. Hier worden dan ook nog geen data gegenereerd. Op een paar andere plekken wel. De crux is dat dit geïntensiveerd zou kunnen worden om versneld goede data en ervaringen te genereren en die data en ervaringen die er al zijn breder te delen en benutten. Lerend implementeren zou ook een goed passende strategie kunnen zijn gezien de implementatietermijn van minimaal enkele decennia. Het gaat dan om meten, experimenteren met ontwerp, aanleg, opslibbing, beheer en onderhoud kering en natuur, teelten en aquacultuur en recreatieve ontsluiting en benutting. Tegelijk bieden de pilots en lerend implementeren plekken een stimulerende omgeving om maatschappelijk debat te voeren en te stimuleren. Het wordt dan concreter en praktisch.
Dat zou in theorie wel kunnen alleen liggen er op veel plekken diepe geulen voor de zeedijk waardoor dat zeer kostbaar zou worden. Ook moet rekening gehouden worden met de getijdenamplitude die daarmee in de smallere bekken zal toenemen en daarmee de veiligheidsopgave groter zal maken.