Onderzoek WWF: bijna 30% zegt minder wilde dieren te eten door COVID-19
Onderzoek WWF: bijna 30% zegt minder wilde dieren te eten door COVID-19
Overdracht van ziekten van dieren op mensen wordt gezien als het grootste risico voor toekomstige pandemieën, blijkt uit nieuw onderzoek van WWF. Bijna 30% van de ondervraagde mensen in China, Myanmar, Vietnam, Thailand en de Verenigde Staten zegt dat ze minder wilde dieren zijn gaan eten door de gezondheidscrisis of daar helemaal mee gestopt te zijn. De enquête toont ook aan dat er overweldigend draagvlak bestaat voor maatregelen tegen de grondoorzaken van pandemieën en natuurverlies.
Bij gelegenheid van de jaarlijkse vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO die vandaag begint, publiceert WWF de resultaten van een onderzoek onder inwoners van vier Aziatische landen en USA over hoe zij aankijken tegen de oorzaken van de COVID-19 pandemie, het verband met de natuur en wat dat betekent voor hun gedrag.
Het rapport COVID-19: One Year Later: Public Perceptions about Pandemics and their Links to Nature is geschreven door GlobeScan in opdracht van WWF en onderzoekt hoe COVID-19 mensenlevens, percepties en houding ten opzichte van natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën heeft veranderd. Het onderzoek bouwt voort op dat van een jaar geleden.
Ontbossing en handel in wilde dieren
Een van de bevindingen van het nieuwe onderzoek is dat er, na ruim een jaar COVID-19, een sterk besef bestaat dat interactie tussen mens en dier kan leiden tot ernstige uitbraken van ziekten, en dat dit vaak verband houdt met ontbossing en handel in wilde dieren. 46% van alle deelnemers ziet de overdracht van ziekten van dieren op mensen als de meest waarschijnlijke oorzaak van toekomstige pandemieën.
Minder wilde dieren op tafel
In China consumeert 28% van de ondervraagden minder of helemaal geen wilde dieren meer vanwege COVID-19. In Thailand is dat aantal bijna verdubbeld (van 21% in 2020 tot 41% in 2021) en in Vietnam is het stabiel gebleven (41% in 2020 tot 39% in 2021). Er is echter ook een harde kern van 9% van de deelnemers in alle vijf landen die zeggen in de toekomst producten van wilde dieren te zullen blijven kopen.
Groot draagvlak voor aanpak onderliggende oorzaken
Recent onderzoek van de WHO wijst wilde dieren aan als een waarschijnlijke bron van de pandemie. De weg waarlangs het virus zich geeft kunnen verspreiden is hoogstwaarschijnlijk de handel in risicovolle wilde dieren voor voedsel, als huisdier of luxe-item.
De meerderheid van de ondervraagden is van mening dat het voorkómen van toekomstige pandemieën begint met het aanpakken van de onderliggende oorzaken, waaronder de handel in risicovolle wilde dieren en ontbossing. Meer dan vier op de vijf ondervraagden steunen overheidsmaatregelen om deze bedreigingen aan te pakken. Vooral in China (91%) en Vietnam (84%) wordt het sluiten van wildlifemarkten gezien als de belangrijkste maatregel om nieuwe pandemieën te voorkomen.
Relatie met natuur herstellen
Marco Lambertini, directeur-generaal van WWF-International: “De enige manier om pandemieën te voorkomen, is te stoppen met destructieve menselijke activiteiten die het verlies van natuur veroorzaken - zoals ontbossing, niet-duurzame handel in wilde dieren en planten en risicovolle consumptie van wilde dieren - in plaats van te reageren op uitbraken nádat ze zich hebben voorgedaan. Het voorkomen van pandemieën kost naar schatting 100 keer minder dan het reageren op pandemieën. De coronapandemie heeft overduidelijk gemaakt dat investeren in een gezonde planeet en natuur de enige manier is om te voorkomen dat we in de toekomst opnieuw zo'n vreselijke sociale en economische prijs moeten betalen. Wetenschappers zijn er heel duidelijk over: als we onze relatie met de natuur niet opnieuw in evenwicht brengen, is het niet de vraag óf een volgende pandemie zal toeslaan, maar wanneer."
One Health: de gezondheid van mensen, dieren en natuur zijn gekoppeld
De belangrijkste oorzaken van zoönose-uitbraken zijn onder meer het fokken van wilde dieren, ontbossing door veranderingen in landgebruik en de handel in wilde dieren met een hoog risico (waaronder schubdieren, civetkatten, vogels, vleermuizen en knaagdieren). Zij kunnen allemaal de verspreiding van ziekten zoals COVID-19, SARS, MERS en ebola mogelijk en makkelijker maken doordat ze wilde dieren dichter bij mensen en huisdieren brengen.
WWF roept overheden bij de vergadering van de WHO deze week op, om ter voorkoming van toekomstige pandemieën een One Health-benadering te integreren in alle relevante beleidsvelden en de belangrijkste oorzaken van uitbraken van zoönotische ziekten aan te pakken. Stoppen van ontbossing en sluiten van risicovolle markten voor wilde dieren en planten, bijvoorbeeld, zal helpen bij het herstel van populaties wilde dieren en de lokale en mondiale biodiversiteit behouden die van nature helpt bij het reguleren van ziekten, en tegelijk bijdragen aan een duurzame manier gebruik van onze natuurlijke hulpbronnen.
Lees het WWF-rapport (Engelstalig)
COVID-19: One Year Later: Public Perceptions about Pandemics and their Links to Nature
Gerelateerde artikelen
Neushoornstroperij in Zuid-Afrika afgenomen, met ‘dank’ aan corona
WWF roept premier Rutte op voortouw te nemen op One Planet Summit over biodiversiteit en klimaat
Dit is de impact van de coronacrisis op rangers
Wat als de toeristen wegblijven
Schubdier in China krijgt betere bescherming
WWF Actieagenda: COVID-19 pandemie is wake-up call voor beleidsmakers
Blijf op de hoogte
Ontvang inspiratie, acties, duurzame tips en het laatste natuurnieuws van WWF in je mail én krijg 10% korting in onze duurzame webshop (inschrijven mag vanaf 16 jaar, korting is van toepassing op hele assortiment met uitzondering van Bosje Bomen en alle boeken).